Skip to main content

De ontwikkeling van het landschap rondom de Wenumse Watermolen

Stuwwal

De geschiedenis van Wenum en Wiesel is terug te voeren tot de voorlaatste ijstijd (ca.125.000 jaar geleden). Daar vindt de ondergrond zijn oorsprong in de stuwwal van de Veluwe, die nog millennia lang bevroren bleef en daardoor nog niet de prachtige begroeiing kende, waardoor dit gedeelte van Nederland nu zo gekenmerkt wordt. Ongeveer 10.000 jaar geleden, tijdens de eerste Global Warming, ontstond een gebied begroeid met bos en alle daarbij horende flora en fauna. In de buurt van beken en vennen ontstonden kleine agrarische nederzettingen, die vanaf de negende eeuw een meer permanent karakter kregen.

Enken en Essen

Boeren gingen gezamenlijk zorgen voor de gronden en vormden de ’enken’ en ‘essen’. Dit waren stukjes grond die bij elkaar lagen en steeds op een andere manier bemest en bebouwd werden. Daarnaast bestonden er akkers die door individuele boeren werden gebruikt. Meestal werden deze akkers, met daarbij een boerderij, omzoomd door heggen. Men noemde dit soort akkers dan ‘kampen’. In de middeleeuwen werd door de vroege bewoners de basis gelegd voor het huidige natuurhistorische landschap door intensieve beweiding en het kappen van bomen.

Zandverstuivingen- en wallen

Door oprukkende zandverstuivingen werden gebieden die net hun bestaansrecht als landbouwgebied hadden verworven, teruggeworpen in armoede. Men wierp zandwallen op om te voorkomen dat het zand steeds verder op zou rukken in het bewoonde gebied. Zo ontstond het landschap dat we heden ten dage zo zorgvuldig koesteren. In Wiesel bestaat aan de noodwestzijde nog een dergelijke opgeworpen zandwal, die waarschijnlijk in de 18de eeuw werd aangelegd. Deze zandwal, waar de kronen van beukenbomen uitgroeien, heeft de naam ‘Zandhegge’ gekregen.

Grafheuvels

Een even authentiek als karakteristiek plekje is de schaapskooi die al in archiefstukken uit de 12de eeuw van onze jaartelling wordt genoemd, gelegen aan de Greutelseweg, grenzend aan dit natuurgebied. Ten zuiden van de Zandhegge liggen langs de weg twee grafheuvels van ongeveer 4000 jaar oud. Deze grafheuvels dragen nog steeds een groot aantal geheimen met zich mee! Op de Wieselse Enk werden ijzertijdaardewerk en vuursteenafslagen gevonden. Onder het esdek gaan waarschijnlijk nog meer overblijfselen uit het verleden schuil. 

Erfgoed

De originele Veluwse boerderijen en villa de Ploeg met zijn rijke verleden en natuurschoon, maken samen, onder bescherming van het Gelders Landgoed, dit oorspronkelijke hart van de buurtschap Wiesel tot een interessant erfgoed. Terecht werd Wiesel in 2001 aangewezen als beschermd dorpsgebied. De beken, met daarlangs vochtige graslanden, vormen een belangrijk onderdeel in het landschap van Wenum en Wiesel. Het landschappelijk patroon is sinds 1850 vrijwel niet veranderd.

Beken en watermolens

Een groot deel van de beken is niet oorspronkelijk, maar aangelegd, vergraven, opgeleid en omgeleid, om een bepaalde hoeveelheid water verval te krijgen voor de aandrijving van watermolens. De oorsprong van de Wenumse Beek wordt gevormd door diverse gegraven sprengkoppen aan de rand van het Veluwemassief in Wiesel. Ooit hebben er langs de Wenumse Beek vijf watermolens gestaan. Daarvan is de Wenumse watermolen tegenwoordig de bekendste en enigste die nog bestaat. De huidige watermolen is een koren‐ én houtzaagmolen.

De Wenumse watermolen

De molen kwam voor het eerst voor in geschreven bronnen uit het jaar 1313 en stond vroeger ook bekend als de 'Wenumse Saatmolen'.
Rond het jaar 1400 kwam de molen in bezit van de Gelderse hertogen en werd in erfpacht uitgegeven.
In 1440 komt de erfpacht in bezit van het Convent van Monnikhuizen te Arnhem, die in 1493 de erfpacht afkocht en zich als eigenaar van de molen beschouwde.
Toen gedurende de 80-jarige oorlog de Staatsgezinden in Gelderland de macht overnamen, vervielen alle bezittingen van het klooster aan de Staten van Gelderland. Deze bleef eigenaar tot 1767 en gaf de molen in erfpacht uit. Door de jaren heen heeft de molen verschillende functies vervuld. Oorspronkelijk was de Wenumse Watermolen een korenmolen, maar  Daniël Daniëlszn. de Jongh*, de man aan wie we de Rotterdamse Kopermolen te danken hebben, bouwde de watermolen in 1768 om tot kopermolen. Hij was ook degene die de molenvijver (een 'wijer') liet graven en de molenbrug liet metselen. In de brug is nog een steen te vinden met zijn signatuur 'D de J'

Koper, leer en kaasjes

In de loop van de eerste helft jaar van de 19e eeuw raakte het koperbedrijf in verval. De molen werd daarom in 1858 door de nieuwe eigenaar Peter Kok Ankersmit, een Apeldoornse leerfabrikant, weer tot korenmolen verbouwd en aangevuld met een runmolen. In een runmolen werd eikenschors vermalen tot run, een zuur vocht dat werd gebruikt in de leerlooierij, waarin onder andere kleding en schoenen werden gemaakt. Specialiteit was de productie van Marokijnleer. Aan het eind van de 19e eeuw kwam de molen in bezit van H. van Bree** en C.H. Weverink. Van Bree bezat het maalbedrijf, terwijl Weverink de runmolen ombouwde tot een fabriek voor de bereiding van Zwitserse kaasjes. Hiervoor werd het achterhuis van de molenaarswoning voorzien van een extra verdieping voor het drogen van de kaas.

Drie koppels, stilstand en restauratie 

In 1917 werd het huidige gebouw opgericht en werd er uitsluitend graan gemalen, met een koppel op waterkracht en twee koppels die door een dieselmotor werden aangedreven. Dit duurde tot 1965, toen het gaande werk beschadigd raakte en de molen stilgezet moest worden. In 1972 verkreeg de gemeente Apeldoorn de molen. Hij wordt beheerd door Stichting De Wenumse Watermolen en in 1985 gerestaureerd. In 1994 ontving de Stichting een bomenzaag (horizontaal zaagraam) vanuit het Zuiderzeemuseum, geschonken door Carrosserie en Autoschadebedrijf J.Oudt & Zn. In de loop der jaren is deze weer opgeknapt en kan er weer gezaagd worden op waterkracht.

Renovatie 2023-2024

Op dit moment is er sprake van een grote hernieuwde renovatie, die de molen weer voor tientallen jaren bestendig moet maken.

 Chronologisch overzicht

  • 1313: De watermolen, toen ingericht als korenmolen,(Wenumse Saatmolen) wordt voor de eerste maal in de geschriften genoemd. Het bouwjaar is niet bekend.
  • 1434: Op 20-2-1434 geeft hertog Jan van Gelre zijn watermolen met het gemaal en het waterrecht in erfpacht aan Johannes Doys en diens erfgenamen.
  • 1440: De erfpacht komt in handen van het klooster Monnikshuizen te Arnhem
  • 1493: Het klooster koopt de erfpacht af en beschouwt zich als eigenaar. Na de reformatie komt de molen in verschillende handen en tenslotte in bezit van de staten van Gelderland.
  • 1767: Daniel Danielzoon de Jongh koopt een tussen de Rotterdamse en de Wildkampmolen gelegen watermolen voor 6000 gulden van zijn opponent in zaken van de water toevoer van de Wenumse beek, Elbert (van) Wijnbergen en bouwt het om als kopermolen met 3 raden, die hij “Nieuwe Molen” noemt. Wijnbergen bouwt nu een windmolen voor het malen van zijn koren op welke plaats nu nog steeds een, weliswaar andere, windmolen staat.
  • 1769: Er wordt een grote molenwijerd gegraven bij de “Nieuwe Molen”.
  • 1798: Neef Daniel Adriaanzoon de Jongh die nu eigenaar is legt een nieuwe brug aan over de Wenumse beek (oude Zwolseweg). Zie inscriptie in de brug "D. de I. (d.w.z. Daniel de Jongh, de I en de J werden vaak verwisseld in die tijd) 
  • 1858: De molen wordt door de weduwe de Jongh- van Hoytema verkocht aan leerfabrikant Peter Kok Ankersmit die de molen weer omgebouwd heeft tot korenmolen annex runmolen voor de schorsmaalderij(gebruikt voor het looien van het leer).
  • 1882: Hendrik van Bree en C.H. Weverink huren de molen. Later werden ze eigenaar. Van Bree bezit het maalbedrijf. Iedere eigenaar werkte met 1 waterrad.
  • 1885: De molen wordt door Weverink geschikt gemaakt voor de produktie van Zwitserse kaas.
  • 1917: De molen wordt weer ingericht als korenmolen met drie maalstenen waarvan nog 1 op waterkracht en er word er een nieuw hoofdgebouw bijgezet. Eigenaar is de weduwe van Bree. Aleen het bovenste rad bleef in werking. Het gebouw aan de straatkant wordt nieuw en hoger opgebouwd.
  • 1965: De molen komt door beschadiging van het gaande werk stil te staan.
  • 1966: H. Fikse koopt de molen
  • 1972: De molen word eigendom van de gemeente Apeldoorn. (Hagens 1970)
  • 1979-1983: Restauratie van de molen. Nu als monument in beheer bij de Stichting De Wenumse Watermolen.
  • 1984-1985: Restauratie van het molengebouw.
  • 1987: Rosmolen (1850) vanuit wijk Woudhuis achter molenaars woning geplaatst.
  • 1990: Door molenbouwer Vaags wordt een nieuw rad geïnstalleerd ( Hagens)
  • 2007: Milieusanering van de Wenumse beek inclusief de wijerd van de Wenumse Watermolen. Op de molen wordt door vrijwilligers veevoeder gemalen.
  • 2022: start opleiding tot vrijwillig molenaar.
  • 2023-2024: nieuwe renovatie dak, rad, kanjel interieur en drainage.